Marktkoopman op de beurs
Door: Bert Dijkstra
Fotografie: Rias Immink
Hij valt op met bijna absurdistische advertenties voor zijn cursus daytraden, daghandel op de beurs via internet. Rob Wessels, entertainer in geldzaken, ooit begonnen met een patatkraam waarin je geen patat mocht verkopen. Jongen van de straat, speelvogel op leeftijd. Onze verslaggever – een financiële nono – was een dag cursist bij Wessels in de wereld van short, long en DAX-index. Hij bericht in verwondering.
Een glad reclamepraatje kun je ’t niet noemen en dat is in dit decor van boeren nuchterheid ook logisch. Rob Wessels (82) waant zich op een goddeloos vroege vrijdagochtend in een Van der Valkvergaderzaaltje aan de A2 bij Breukelen zogezegd meer marktkoopman dan geslepen beursbengel. Meer volkse entertainer in een show met een lucratieve boodschap dan Michael Douglas als doortrapte Gordon Gekko in de film Wall Street, zeg maar. Een jongen van de straat die ’t in de herfst van z’n leven leuk vindt om anderen te leren hoe je met daytraden een paar centen kunt verdienen en in die hoedanigheid een buitengewoon opvallende verschijning is. „Jullie moeten vechten tegen emoties als hebzucht, angst, ongeduld, eigenzinnigheid en vooral afrekenen met je eigen stommiteiten”, zegt hij tegen de negen cursisten, inclusief de verslaggever. „Het enige gevaar dat alles in de soep kan laten lopen, ben je zelf. En daarom hoop ik oprecht dat jullie beginnen met een pijnlijk verlies. Dat zal jullie leren. Zoals ’t voor het jochie dat overmoedig in bomen klimt goed is als hij een keer lelijk valt.”
Advertenties
Daar zit je dan, als financiële neanderthaler voor wie het versturen van een tikkie al hocus pocus is. Verdwaald in opdracht, omringd door lieden die evenveel passie voelen voor rollend geld als de stukjesschrijver voor een rollende bal. Als leerling van Rob Wessels, de bejaarde speelvogel die – steevast vergezeld door zijn jonge secondanten Robbin en Adam – opzien baart met kleurrijke advertenties, waarin hij opduikt als Sinterklaas of soortgelijke fictieve types. Rob Wessels, die onverstoorbaar blijft volhouden dat je meedeinend op de golfbewegingen van de Duitse DAX-index een aardig bedragje kunt verdienen, ook in tijden van akelige crisissen en ook al laten cijfers zien dat ruim 80 procent van de avonturiers in het daytraden verlies lijdt.
Wie ís die man?
Om te beginnen een prima gastheer, blijkt bij binnenkomst om klokslag half acht. De broodjes zijn uitbundig belegd en er ligt naast het studiemateriaal zelfs een banketstaaf. Zelf heeft de cursusleider zich al een wit wijntje ingeschonken, want handelen op de beurs mag dan een ernstige zaak zijn, gelieve de geneugten van het leven niet uit het oog te verliezen. Waarom we hier al zo vroeg zitten? Omdat de beurs dadelijk open gaat en het eerste uur – voordat de AEX zich in de strijd gaat mengen – bij uitstek geschikt is om spelenderwijs een paar honderd euro te verdienen, zegt de cursusleider.
„Dit spel heeft veel weg van de schiettent op de kermis”, doceert de oude meester, wijzend naar een immens scherm waarop de grafiek van de DAX-index kronkelt als een dronken slang. „De kunst is om op het juiste moment te schieten, met je computermuis als geweer. Alles draait om de juiste timing.” Dat brengt Wessels even in praktijk met behulp van een megascherm, waarop de niet-officiële ’tweelingzus’ van de DAX-index meedraait. Het plan: kijken hoe de koers de afgelopen twee dagen is verlopen en daar je strategie op afstemmen. „We gaan short”, zegt hij en hij is zo vriendelijk om het voor de leek in het gezelschap aan de hand van een jip-en-jannekevoorbeeld uit te leggen.
Kort samengevat: boer leent van de buurvrouw 500 koeien die op dat moment 250 euro per stuk kosten. Hij verkoopt ze onmiddellijk, wacht tot de prijs is gezakt en koopt ze dan om ze vervolgens aan de buurvrouw terug te geven. De winst steekt hij in zijn zak. „Dat noemen we short gaan; speculeren op een prijsdaling.” Veekoopman in een schiettent op de kermis, het beeld van de dagbeurshandelaar wordt steeds vrolijker, zeker als hij zichzelf nog maar een wijntje inschenkt en vriendelijk aan cursist Anna vraagt: ’Wil jij ook een glaasje, lieverd?’ Vooralsnog valt er weinig te proosten. Rob, Robbin en Adam hebben van hun eigen rekening – waarop tussen de drie en de vier ton staat – een bedrag ingezet en gaan stoppen zodra er 400 euro winst is, maar voorlopig staat de teller op min 1200. „Geduld”, zegt Wessels. „Nooit in paniek raken, altijd vasthouden aan het plan: de koers gaat vanzelf weer dalen.”
In de knip
De door Adam gebouwde digitale robot zorgt er ondertussen voor dat menselijke emoties buitenspel staan. Van een afstandje begint de stukjes tikkende beursnono zich desondanks met plaatsvervangende stress zorgen te maken over de financiële situatie van ’t cursussupertrio, maar als de AEX opent, zien we de lijn plotseling hard dalen. De robot slaat toe, de computer doet het geluid van een kassa na. Kedjeng… De 400 eurootjes zitten in de knip. „Mag ik nu even plassen?” vraagt Ferry. Dat mag. Kan Rob Wessels ondertussen de mini-pauze opvullen met nog een paar waarschuwingen.
Rob Wessels: „Ze noemen me een absurde man en misschien hebben ze wel gelijk. Ik verkoop een plan aan mensen die wat willen leren en heb daar lol in.”
„Weet je waarom de meesten met dit spel hun geld kwijtraken?”, vraagt hij aan de cursisten, die 475 euro hebben betaald en daarvoor behalve deze sessie zes weken lang iedere werkdag vroeg in de ochtend via Zoom verder worden gecoacht. „Omdat ze de wijsheid in pacht denken te hebben. Omdat ze trends en patronen zoeken die niet bestaan. Ik zie het ook regelmatig in dit zaaltje. De drammerigheid van cursisten kan knap frustrerend zijn.”
Alsof hij is ingehuurd als betweter met een bord voor z’n kop meldt een meneer – van wie we om privacyredenen de naam niet noemen – subiet dat hij heeft ontdekt hoe je nog meer winst kunt maken door… „Ik vind je een aardige vent”, onderbreekt Wessels hem. „Maar je zit me nu toch behoorlijk te irriteren.”
Te grote euforie
„Ik ben een kwarteeuw dagelijks bezig met via internet handelen op de beurs, ken inmiddels alle valkuilen, weet hoe je een paar centen kunt pakken. Mazzel voor jullie dat ik hier vertel wat ik in de praktijk heb geleerd. En dan ga jij beweren dat je ’t beter weet? Waarom ben je hier dan?” Hij wacht het antwoord niet af. Anna – die gezien het tijdstip het aangeboden witte wijntje toch maar aan zich voorbij heeft laten gaan – wijst ongevraagd op de gevaren van al te grote euforie. Zij en haar man – een wetenschapper – waren afzonderlijk van elkaar lekker bezig op de beurs toen Rusland Oekraïne binnenviel. Haar man zei nog ’hou je aan het plan’, maar bij Anna sloeg de paniek toe. Ze stapte met 700 euro verlies uit ’het spel’. Pas drie weken later vond ze de moed voor een herstart en pakte ze een bescheiden winst van 6 euro. En toen sloeg de inflatie toe op het moment dat ze long – speculeren op een koersstijging – zat. „Dan heb je de hoofdprijs.” Rob Wessels koketteert bij voorkeur niet met dergelijke – in dit geval succesvolle – excessen. „Dreigt de beurs om wat voor reden dan ook op hol te slaan, blijf er bij uit de buurt”, doceert hij. Anna knikt. „Mijn man en ik hebben geluk gehad, de buurman niet. Hij zat short en is failliet gegaan.”
Patatkraam
Als de cursisten zich in het aanpalende restaurant melden voor de lunch, neemt Wessels z’n eerste kopje koffie van de dag. Hij is nog aan het bijkomen van een prostaatoperatie. „Robbin is mijn mantelzorger”, zegt hij. „Als ik er straks niet meer ben, kunnen Adam en hij verder met het geld dat ik op de beurs heb verdiend.” Hij kan ’t niet meenemen en familie heeft hij – verstokte vrijgezel, opgegroeid in tehuizen – niet meer. Een kansarme knaap, die het ver heeft geschopt met werklust en volkse slimheid. Op z’n achttiende begon hij een eigen patatkraam aan de rand van een woonwijk. Kleefde één lelijk nadeel aan die friettent: hij mocht er geen patat verkopen. Vond-ie zo onrechtvaardig dat hij in het stadhuis van Rotterdam in hongerstaking ging. Aan de monumentale muren hing hij spandoeken met: Ik wil werken, geen WW.
Wessels valt op met bijna absurdistische advertenties voor zijn cursus daytraden, daghandel op de beurs via internet.
Na vijf dagen werd hij bij de wethouder van dienst geroepen. De actie leverde hem een vergunning op om patat te gaan bakken aan de Lijnbaan, een A-locatie. Rob Wessels begon een piratenzender, was de eerste met een kabelkrant vol bewegende beelden en handelde niet onverdienstelijk in onroerend goed, voordat hij 25 jaar geleden gewezen werd op beurshandel via internet. ’Wat moet ik daarmee’, mopperde hij aanvankelijk, totdat hij de lol van het spel ging inzien. „’t Is een nogal eenzame bezigheid, in je uppie achter zo’n beeldscherm. Eigenlijk niks voor een gezelligheidsdier als ik, maar als je eenmaal bent gegrepen door het spel…” En zo’n cursusdag als deze is een alleraardigst verzetje. Stapt hij thuis met z’n tasje in de trein, stapt hij er in Breukelen pal voor Van der Valk weer uit.
Voor de lol
„Ik doe dit puur voor de lol”, zegt hij. „Ze noemen me een absurde man en misschien hebben ze wel gelijk. Ik verkoop een plan aan mensen die wat willen leren en heb daar lol in.” Met dat plan moet door de cursisten nog wel even worden geoefend, dus krijgt iedereen een fictief bedrag toegeschoven om mee te handelen. Als ’t om het echie gaat, geeft Wessels een spreadsheet, een veiligheidsmarge waarbinnen de cursisten moeten blijven om niet in de problemen te komen. Nu gaat het vooral om de handigheid, om op het juiste moment op de muis klikken. „Nooit een kat in de kamer laten als je bezig bent”, zegt de cursusleider. „Als zo’n beestje op je muis springt, kan het je veel geld kosten.”
De koers van het moment schommelt rond de 1. Als-ie op vijf of hoger staat, onmiddellijk toeslaan, luidt het dictaat van de meester. De stukjes schrijvende beursnono ziet het cijfer zeven opdoemen en klikt gretig. Wonderlijk dat de andere cursisten niks doen.
Voor de zekerheid toch nog maar even kijken. Krijg nou wat, er staat een minnetje voor de 7. Niks toegeslagen dus bij een dikke winst, maar bij een lelijk verlies. Nou ja, er moet er toch één het domste jongetje van de klas zijn. Dat wordt dus – zoals Rob Wessels al zei – afrekenen met je eigen stommiteit.
Interesse in de cursus?
U bent geïnteresseerd maar u heeft nog enkele vragen? Een kennismakingsgesprek is altijd zinvol. Aarzel niet om te mailen of te bellen. Wij staan u graag te woord!
Telefoon NL 010 519 21 15 | Email info@robwessels.nlTelefoon NL 010 519 21 15 |